Benutzer:Mmenedetter/Abraham Dirk Loman (Komponist)

aus Wikipedia, der freien Enzyklopädie
Zur Navigation springen Zur Suche springen
Dieser Artikel (Abraham Dirk Loman (Komponist)) ist im Entstehen begriffen und noch nicht Bestandteil der freien Enzyklopädie Wikipedia.
Wenn du dies liest:
  • Der Text kann teilweise in einer Fremdsprache verfasst, unvollständig sein oder noch ungeprüfte Aussagen enthalten.
  • Wenn du Fragen zum Thema hast, nimm am besten Kontakt mit dem Autor Mmenedetter auf.
Wenn du diesen Artikel überarbeitest:
  • Bitte denke daran, die Angaben im Artikel durch geeignete Quellen zu belegen und zu prüfen, ob er auch anderweitig den Richtlinien der Wikipedia entspricht (siehe Wikipedia:Artikel).
  • Nach erfolgter Übersetzung kannst du diese Vorlage entfernen und den Artikel in den Artikelnamensraum verschieben. Die entstehende Weiterleitung kannst du schnelllöschen lassen.
  • Importe inaktiver Accounts, die länger als drei Monate völlig unbearbeitet sind, werden gelöscht.
Vorlage:Importartikel/Wartung-2023-04

Vorlage:Infobox artiest Abraham Dirk Loman jr. (Amsterdam, 26 oktober 1868 - Amsterdam, 17 september 1954), war ein niederländischer Feinmechaniker und Komponist. 1913 war er einer der Gründer und erster Direktor der niederländischen Urheberrechtsvereinigung 'Het Bureau Muziek-Auteursrecht' (BUMA).

Er war der Sohn des Theologieprofessors Abraham Dirk Loman, der sich auch mit Musikgeschichte beschäftigte, und seiner zweiten Frau Ida Augusta Kerkhoven, Tochter von Johannes Kerkhoven. Er selbst heiratete im August 1906 die Opernsängerin Alida Lütkemann. Ihr Sohn Johannes Reinoud Abraham Loman (1908-1976) wurde Indologe. Abraham Dirk Loman wurde auf dem Generalfriedhof Bussum beigesetzt.


Er erhielt zunächst eine musikalische Ausbildung, entschloss sich jedoch 1888 für ein technisches Studium bei Professor Hermann Wilhelm Vogel an der Technischen Hochschule in Berlin. 1889 gründete er als Feinmechaniker einen kleinen Betrieb zur Reparatur von Fotoapparaten und baute eine Spiegelreflexkamera mit Vorhangverschluss. Charakteristisch für Lomans Erfindung ist, dass der Spiegel durch pneumatischen Druck angehoben wird, wodurch sich der Vorhangverschluss öffnet. Die Abdichtung der sensitiven Platte gegen Lichtstrahlen erfolgt nicht am Objektiv, sondern direkt vor der Platte durch das Rollo. Er baute damit den ersten Vorgänger der modernen Spiegelreflexkamera mit Vorhangverschluss.

In 1889 richtte hij met Chr.J. Schuver de firma Loman & Co op en samen startten ze in hetzelfde jaar een tijdschrift voor kunstfotografie genaamd Lux. In Nederland kon men in die tijd nog geen patenten aanvragen, maar Loman kreeg in 1889 en 1890 patenten in Duitsland, Engeland en Frankrijk. In 1893 verkocht Loman het bedrijf, dat nog tot 1897 heeft bestaan onder de naam Holst & Zimmerman, later Reflex-Compagnie.

1889 gründete er mit Chr.J. Schuver die Firma Loman & Co und im selben Jahr ein Magazin für Kunstfotografie namens „Lux“. Zu dieser Zeit war es noch nicht möglich, Patente in den Niederlanden anzumelden, aber Loman wurden Patente in den Jahren 1889 und 1890 in Deutschland, England und Frankreich erteilt. 1893 verkaufte Loman das Unternehmen, das bis 1897 unter dem Namen Holst & Zimmerman, später Reflex-Compagnie, bestand.

In 1896 verliet Loman de fotografie en wendde zich tot het toneel. Hij was een van de oprichters van de Nederlandsche Tooneelvereeniging. Hij keerde terug naar Berlijn en trok vervolgens naar Parijs om er toneelstudies te volgen. Eenmaal terug in Amsterdam probeerde hij weer een toneelgezelschap van de grond te krijgen. Die opzet mislukte en Loman ging weer de muziek in. Hij nam les in de orkestklas van Willem Kes en volgde ook enkele compositielessen bij Bernard Zweers. In 1895 trad hij toe tot de directie van de Nederlandsche Opera van Cornelis van der Linden; hij verzorgde ook de verlichting van de Stadsschouwburg, thuisplaats van de Opera. De muziekstudies resulteerden in de opera Violante, de vrouw in het geel (1897), waarvan de première verzorgd werd door het gezelschap van Van der Linden. Er vloeiden meer werken uit zijn pen, zoals Oud-Hollandsche Liederen en de symfonische gedichten Dichterdroom en Na de zegepraal, die hun weg vonden naar de Nederlandse orkesten, zoals Concertgebouworkest van Willem Mengelberg (1903: Largo en Na de zegepraal; 1912 Hanneke's Hemeldroom), Stedelijk Orkest Utrecht en Arnhemse Orkest Vereniging. Het toneel liet niet los, want van 1901 tot 1903 vormde hij met Peter Raabe en Henri Engelen de directie van het Amsterdamsch Lyrisch Tooneel. Hij kwam daarbij in contact met zangeres Aaltje Noordewier-Reddingius, bij wie hij enkele zanglessen volgde. Hij vestigde zich als muziekonderwijzer in Arnhem. In 1907-1908 ondernam hij als impresario van zijn vrouw een concertreis met haar en pianist Evert Cornelis naar Nederlands-Indië, Australië en Nieuw-Zeeland. Na terugkomst werd hij als opvolger van Daniël de Lange secretaris van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst.

Hij nam vervolgens het muziekblad Caecilia over van uitgeverij Van Holkema & Warendorf en begeleidde de fusie met Weekblad voor Muziek. Hij schreef voor Caecilia en andere bladen in binnen- en buitenland artikelen over muziektheorie en kwam daarmee soms in aanvaring met de vernieuwingen van Daniël de Lange.

In 1913 was hij een van de initiatiefnemers en oprichters van de Vereniging 'Het Bureau Muziek-Auteursrecht' , waarvan hij tot 1932 directeur was. Deze functie bekleedde hij tot 1932. De uitvinder in hem kwam in 1929 weer naar boven toen hij de Irenaphoon bouwde, een fabriekssirene waarmee via een klavier muziek gemaakt kon worden en waarvan het geluid tot wel vier kilometer ver te horen was.

  • Opera Violanta, de vrouw in het geel
  • Oratorium Hanneke's Hemeldroom
  • Symfonische schets Mooie garnalen
  • Symfonieën
  • Diverse liederen

Vorlage:Appendix Vorlage:Bibliografische informatie

[[Categorie:Fotografie]] [[Categorie:Nederlands componist]]