Diskussion:Megingoz
Megingoz ist nicht derselbe als Meginhard
[Quelltext bearbeiten]Heinrich I. - RI II,1 n. 40 932 iuni 1, .... URI Merken (in loco Reot) gibt dem abt des klosters Hersfeld Megingoz unter zustimmung der mönche durch die hand des klostervogtes Theothar Tennstedt, Grossenbehringen, Wolfsbehringen und 9 (eine iüngere hand schob noch Falchinaha ein) andere im Altgau und im Westergau in den grafschaften Meginwarchs und Sigifrids gelegene orte mit kirchen und hörigen zu tausch gegen besitzungen zu Osterhausen, Asendorf, Wünsch, Hornburg, Röblingen (bei Schraplau im Seekreis) und Sittichenbach (s. Böttger Diöcesangrenzen 3,212) im gau Friesenfeld in der grafschaft Sigifrieds mit kirche und allem zubehör. http://www.regesta-imperii.de/regesten/suche/result/nr/0932-06-01_1_0_2_1_1_95_40.html?tx_hisodat_sources%5BsearchMode%5D=10&cHash=c4606f9c883608ebb20931b878849829#rinav Gerdevries (Diskussion) 13:22, 11. Mär. 2013 (CET)
Herkunft Megingoz der Braune
[Quelltext bearbeiten]Megingoz IV de Bruine was een zoon van Wichard II en Sophia van Zutpen en via Sophia werd hij ook Graaf van Zutphen. Fürstentafels und Fürstenbuch, van J.F. Damberger 1831 Via zijn dochter Irmentrudis komt Zutpen aan Hammerstein. Let goed op Megingoz en Meginhard zijn twee verschillende families!!! Megingoz de Pont stammen via Megingoz van Maifeld af en nog verder terug van Graaf Megingoz I van Vinzgau de zoon van Hnadi en Imma. Megingoz IV de Pont (Graaf van Muhlgau, Auelgouw en Zutphen, Voogd van Geldern) was gehuwd met Gerberga von Gullikgau Meginharden waren grafen im Westergau Friesland und Hamaland-Salland-Drente, zie Regest, Heinrich I. - RI II,1 n. 40, 932 iuni 1, .... (in loco Reot) gibt dem abt des klosters Hersfeld Megingoz unter zustimmung der mönche durch die hand des klostervogtes Theothar Tennstedt, Grossenbehringen, Wolfsbehringen und 9 (eine jüngere hand schob noch Falchinaha ein) andere im Altgau und im Westergau in den grafschaften Meginwarchs und Sigifrids gelegene orte mit kirchen und hörigen zu tausch gegen besitzungen zu Osterhausen, Asendorf, Wünsch, Hornburg, Röblingen (bei Schraplau im Seekreis) und Sittichenbach (s. Böttger Diöcesangrenzen 3,212) im gau Friesenfeld in der grafschaft Sigifrieds mit kirche und allem zubehör. http://www.regesta-imperii.de/regesten/suche/result/nr/0932-06-01_1_0_2_1_1_95_40.html?tx_hisodat_sources%5BsearchMode%5D=10&cHash=c4606f9c883608ebb20931b878849829#rinav Megingoz, (rond 928 - 1001) was een zoon van Wichard II van Gelre. Megingoz wordt genoemd als graaf van de Avalgouw en voogd van Gelre. Avelgau=Auelgau in het oude schrift wordt de U en de V hetzelfde geschreven. Megingoz had ook goederen in de Nahegau gekregen van Herribert van Nahegau. Door zijn moeder verkreeg hij ook goederen te Zutpen. http://www.regesta-imperii.de/regesten/suche/result/nr/0987-01-18_2_0_2_3_0_192_989.html?tx_hisodat_sources%5BsearchMode%5D=10&cHash=dcfd612746a0ae00ee0e849db3515cc7#rinav In 939 nam Megingoz als vazal van Hendrik I deel aan de opstand tegen Otto I. Na de nederlaag van Hendrik, kreeg Megingoz genade, omdat hij slechts zijn leenheer gevolgd had. In de meeste stukken wordt hij slechts edelman en vazal genoemd en het is alleen in een bul van paus Gregorius V dat hij "graaf" wordt genoemd. Toen zijn zoon Godfried gedood werd tijdens een veldtocht van Otto II in Bohemen, trok Megingoz zich terug en bestuurde zijn bezittingen in Gelre. Gerberga, zijn echtgenote, stichtte de abdij van Vilich. Zij stierf in 998. Megingoz stierf 3 jaar erna, na 1001. VLG's Damberger. c. 997. Uit regesten Roermond; "In loco qui dicitur Gellre" is Megingoz, grondlegger van het klooster Villich bij Bonn, vader van de H. Adelheid, overleden drie jaren na zijn vrouw Gerberga 9 mrt jaartal 1001. Geldrischer Heimatkalender 1979, p. 97 noot 14. Nettesheim, Geldern, 2e druk, p. De stad Gelder was in het begin der elfde eeuw eene bezitting van Mengosus). Het Nederambt van Gelre (het gebied Pont) , behoorde tot de parochie (mark) Stralen, dat eigendom was van Godizo. Veert bij Pont behoorde ten dele aan den graaf van Gelre en aan het domstift van Utrecht. Van Wetten en Kevelaar schijnen van ouds de Graven van Gelre grond- heeren geweest te zijn, terwijl het gebied van Capelle nog in de 14* eeuw onder onderscheidene grondheeren verdeeld was. De ambten Wachtendonk en Kriekenbeek behoorden ook niet tot het domein , zoodat wat het graafschap Gelre betreft, alleen de Voogdij als vroeger domein in aanmerking komt. -Nederlands Familie-Archief BEWERKT DOOR A. A. VORSTERMAN VAN OYEN EN G. J. HONIG. GENEALOGISCHE BIJDRAGEN. A. J. C. Kremei\ -Hattuairie. 'SGRAYENHAQE , GENEALOGISCH-HERALDISCH ARCHIEF, 1887. - Fürstentafels und Fürstenbuch, van J.F. Damberger 1831 Gerdevries (Diskussion) 13:25, 14. Mär. 2013 (CET)